Beltrum 2006 was mijn eerste survivalrun. Ik heb onderstaand verslag destijds geschreven maar nooit opgestuurd. Bij deze alsnog!
(Toevoeging: ik had me ingeschreven voor de 20 kilometer recreantenrun.. stom stom!)

In alle vroegte (ik moest om 10:50) vertrokken vanuit Zeist en precies op tijd op de plaats van bestemming: Welkom in Beltrum! In de hele omgeving geen mens te zien, maar in dit kleine plaatsje stikte het van het volk. Overal waar je keek zag je survival atleten, en zelfs al wat hindernissen. (dat bleek de finish te zijn).

Ik had het koud, zo net uit een warme auto gestapt en dan recht in een dunne hardloopbroek. Even een opwarmrondje gedaan. Toen besloten dat het meeviel met de kou, de pot vaseline kon in de tas blijven.

Op naar de startstreep. Met ongeveer tien personen stond ik daar. Het duurde even voordat ik lekker in mijn ritme kwam. Door de kou en vooral door het inademen van koude lucht kwam ik de man met de hamer snel tegen. Dan maar rustiger aan doen, ik hoef toch niet aan kop te lopen. Ik had mezelf namelijk voorgenomen om Beltrum te zien als een uitgebreide trainingsessie. Bij het ‘slepen met boomstam door modderveld’ raakte ik aan de praat met een ‘collega-amateur’ die ongeveer mijn tempo had.

De eerste paar hindernissen gingen lekker, zelfs de budgy-swings. Ook het lopen ging goed totdat ik bij de eerste grote hindernis kwam. Een groot object boven het water, bestaande uit balken en netten, waar je in de apenhang naartoe moest klimmen. Dan kwam je bij een (bagage)net waar je ondersteboven langs moest, dan naar beneden, onder een balk door die vlak boven het water hing, en weer terug naar boven, en dan weer verder langs het net. Toen ik eenmaal daar was aangekomen was de kracht uit mijn armen verdwenen. Ik had het zo zuur nog niet meegemaakt, ik kon gewoon niet meer. Ik voelde het net eerst uit mijn rechter, en toen uit mijn linkerhand glijden.

Gelukkig bleef ik met mijn schoenen haken in het net, anders was ik op mijn kop in het water gelazerd. Het moet er hulpeloos uit hebben gezien, want iemand met blijkbaar nog volop energie gaf me een hand en trok mijn armen weer richting het net. Ik stak mijn ellebogen door de mazen en ben zo nog een tijdje blijven hangen. Ik besloot om terug naar het midden te gaan, naar de balk beneden die het dichtst bij het water hing. Daar ben ik het water ingegaan (tot aan de schouders) en naar de kant gelopen. Helaas m’n bandje kwijt. Even balen maar achter me hoorde ik er twee in het water plonzen. Toen vond ik het niet zo erg meer.

De precieze volgorde van alles weet ik niet meer. De hele run heb ik in een soort roes beleefd.

Uiteindelijk heb ik de run wel uitgelopen, maar ik heb zeker zes, zeven hindernissen compleet overgeslagen, waaronder de eindhindernis. Bij de aanblik was het me al duidelijk: geen beginnen meer aan. O.a. de laatste twee hindernissen (vooral het zijwaarts klampen aan ruwe boompjes), de swingover vanuit de kronkelbomen, het ‘enteren’… Ook zwaar vond ik het lopen door en springen in de vele leegstaande sloten en onder laaghangende dennetakken.

Wat ik ook zwaar vond was de hindernis met twee strakke parallel gespannen touwen over het water. Je kon er niet op gaan liggen want dat was voor mij althans te breed. Ik heb zoals de meesten deden het touw onder mijn enkels door laten glijden, terwijl ik min of meer op mijn knieën zat.

Rond half vier was ik terug, blij dat ik in de biotex emmers kon gaan zitten!

Conclusie: Een zware, koude en pijnlijke run. Maar wel een erg leuke sfeer. (En achteraf is alles leuk!)

lokatie